DALFSEN – De hoogste bestuursrechter van Nederland heeft donderdag een claim op immateriële schadevergoeding van een inwoner van Dalfsen afgewezen. Dit betekent het einde van de zogenoemde ‘fietsstickergate’.
Tijdens een mondelinge uitspraak maakte de rechter duidelijk dat de betrokkene reeds volledig in het gelijk was gesteld door de gemeente Dalfsen in een eerder conflict over een onjuist ondertekende verwijdersticker op zijn fiets in de stationsstalling. Bovendien werd geoordeeld dat er geen bewijs was geleverd voor de geleden emotionele of andere niet-materiële schade.
De kwestie begon enkele jaren geleden toen de Dalfsenaar een rode sticker op zijn fiets aantrof met de aankondiging dat deze binnen zes weken verwijderd zou worden wegens de vermeende slechte staat. De sticker bleek echter voorzien van de handtekeningen van de burgemeester en een oud-gemeentesecretaris.
De eigenaar, die juridisch onderlegd is, accepteerde de sticker niet. De gemeente erkende later de gemaakte fouten en trok het besluit in tijdens een eerdere rechtszaak, waarbij tevens de proceskosten werden vergoed. Desondanks ging de betrokkene in hoger beroep bij de Raad van State, waarbij hij een aanzienlijke schadevergoeding eiste.
De rechtbank in Zwolle had eerder geoordeeld dat de vergoeding van de proceskosten voldoende was. Bij de behandeling van het hoger beroep was de indiener van het bezwaar afwezig. De rechter constateerde dat er geen enkele onderbouwing voor de schadeclaim was ingediend. Wel werd gemeld dat de gemeente naar aanleiding van de affaire haar beleid voor fietsstickers heeft aangepast, waarbij nu de correcte ondertekening plaatsvindt.
